Meten is weten: bekijk de nieuwste fysio-statistieken
KennisblogIn Nederland werken naar schatting 38.662 fysiotherapeuten, verdeeld over 6670 eenmanszaken en 3440 grotere praktijken. Samen zorgen ze voor 4,7 miljoen patiënten, een stijging van 6,2% in vergelijking met 2019. Als we op deze cijfers inzoomen, zien we veel verschillen. De ene praktijk ontvangt jong en oud met uiteenlopende klachten, terwijl de andere praktijk zich specialiseert.
Eén ding hebben alle fysiotherapeuten met elkaar gemeen: het draait om het helpen van de patiënten. Maar wie zijn dat eigenlijk, die patiënten? In deze blog lees je demografische kenmerken en klachtenbeelden van de gemiddelde patiënt. Misschien herken je je erin, of misschien is het een aanleiding om je dienstverlening te herzien. De cijfers zijn afkomstig uit de nieuwste publicatie van KNGF FysioFacts.
Wat kenmerkt de gemiddelde patiënt?
De gemiddelde patiënt die de fysiotherapeut bezoekt, is 51 jaar oud. Vrouwen gaan iets vaker naar de fysiotherapeut dan mannen: 60% tegenover 40%. Uit de statistieken blijkt dat fysiotherapie echt voor jong en oud is. De leeftijdscategorie van 0 tot 35 jaar is bijna even goed vertegenwoordigd als de leeftijdscategorie 40 tot 65+.
Chronisch vs. niet chronisch
Er is onderscheid tussen mensen met een chronische aandoening en een niet-chronische aandoening. 34% van de patiënten heeft een chronische aandoening, de meesten (70%) worden door hun huisarts doorverwezen. De overige 66% van de patiënten heeft een niet-chronische aandoening. Van deze groep weten de meeste mensen (67%) de fysiotherapeut rechtstreeks te vinden, zonder verwijzing.
Met welke aandoeningen komen patiënten zoal naar de praktijk?
De helft van de patiënten ervaart klachten in hun spieren, pezen of bindweefsel. De andere helft van de patiënten heeft uiteenlopende aandoeningen. Een relatieve nieuwkomer in deze lijst, is COVID-19. Fysiotherapeuten helpen bijvoorbeeld bij het herstellen van long COVID of bij ademhalingsproblematiek. In onderstaande tabel zie je een uitsplitsing per aandoening:
Dat de percentages voor sommige aandoeningen laag liggen, kan meerdere oorzaken hebben. Ten eerste kennen veel mensen de fysiotherapie van spieren en pezen, niet iedereen staat er bij stil welke behandelingen nog meer mogelijk zijn. Patiënten moeten er toevallig op gewezen worden, of er zelf iets over lezen. Ten tweede worden deze aandoeningen ook door andere zorgverleners behandeld. Zo gaat iemand met psychische klachten sneller naar een coach of psycholoog dan naar een fysiotherapeut.
Soort aandoening | Percentage |
Spieren, pezen en bindweefsel (fascie) | 50% |
Chondropathie, arthropathie en meniscuslaesie | 8% |
Epicondylitis, tendinitis en tendovaginitis | 5% |
Gewrichts contusie en gewrichts distorsie | 3% |
Artrose | 3% |
COVID-19 | 3% |
Gewrichten (m.u.v. wervelkolom), meniscectomie, synovectomie | 3% |
Psychosomatische aandoeningen | 2% |
COPD | 1% |
Welk deel van het lichaam wordt het meeste behandeld?
Als we alle aandoeningen bij elkaar optellen, dan zien we dat de meeste klachten in de wervelkolom voorkomen. Dat is niet zo gek: de wervelkolom is letterlijk en figuurlijk het centrale punt van het lichaam. Andere veel voorkomende plekken voor aandoeningen zijn de knieën, benen, schouders, armen en het bekkengebied.
Plek aandoening | Percentage |
Wervelkolom | 38% |
Overig | 22% |
Knie, ondervoet en been | 17% |
Bekken en bovenbeen | 12% |
Schouder en bovenarm | 10% |
Binnen de fysiotherapeuten, zien we een verschil in aanpak. De ene praktijk positioneert zichzelf als algemeen fysiotherapeut die alle delen van het lichaam behandelt. Andere praktijken focussen zich op één lichaamsdeel, zoals de knieën en benen. Doordat je voornamelijk knieën en benen behandelt, doe je hier steeds meer kennis over op. Op den duur gaan patiënten en huisartsen je zien als de specialist in de regio. In een regio waar veel concurrentie is, kan een specialisme je helpen om je te onderscheiden.
Verbijzonderingen
Specialiseren kan natuurlijk ook in de vorm van een verbijzondering. De meeste geregistreerde verbijzonderingen in Nederland, zijn manuele therapie (15%), oedeemtherapie (8%) en kinderfysiotherapie (7%). Verbijzonderingen waar veel vraag naar is vanuit de markt, zijn geriatrische- en oncologische fysiotherapie.
Hoeveel geven mensen uit aan fysiotherapie?
De gemiddelde patiënt besteedt €407 per jaar aan fysiotherapie. Opgeteld komt dat neer op een totaalbedrag van €1,657 miljard. Een stijging van 6,2% in vergelijking met 2019. Dat heeft er onder andere mee te maken dat behandelingen duurder zijn geworden. Want het aantal behandelingen is, in vergelijking met 2017, met 6,3% afgenomen.
Tegelijkertijd is de dekking vanuit de zorgverzekering de afgelopen jaren verder afgebouwd, maar daar lijken patiënten zich niet door te laten tegenhouden. Over die verzekering gesproken: 79% betaalt de behandelingen vanuit een aanvullende verzekering. De overige 21%, jonger is dan 18 jaar, betaalt vanuit de basisverzekering.
Wat is de gemiddelde prognose van een behandeling?
Uitgangspunt is en blijft volledig herstel (56%). Maar dat is niet altijd mogelijk, in elk geval niet als het om chronische aandoeningen gaat. Wanneer volledig herstel niet mogelijk is, wordt gestreefd naar een afname van klachten (28%) of op z’n minst voorkomen dat de klachten verergeren (6%). In 8% van de gevallen is de prognose vooraf niet te stellen, in 1% is onbekend wat het behandeldoel inhoudt.
Resultaten
Over het algemeen worden er realistische prognoses gesteld, volgens de cijfers. In maar liefst 89% van de gevallen worden alle behandeldoelen behaald. In 7% van de gevallen worden de doelen gedeeltelijk behaald en in 4% worden de doelen helemaal niet gehaald. In dat laatste geval, zullen de meeste fysiotherapeuten op een andere manier proberen te helpen. Bijvoorbeeld met een doorverwijzing naar een specialist.
En hoe zit het met het aantal behandelingen per patiënt?
De gemiddelde patiënt ondergaat 15 behandelingen in een periode van 24 weken, iets minder dan een half jaar tijd. Tussendoor doen patiënten thuis oefeningen voor herstel. Bij chronisch zieke patiënten ligt het gemiddelde aantal een stuk hoger: 34 behandelingen in 34 weken. De behandelingen worden in 81,5% volledig afgerond. Stakingen komen vooral vanuit de patiënt (7,8%) en de paramedicus (2,8%). In 1,9% ging het om een eenmalige zitting, zoals een conditietest.
Hoe zit dat binnen jouw praktijk?
Na het lezen van deze blog, heb je hopelijk een beter beeld van de gemiddelde patiënt en diens klachtenbeeld. Zijn het cijfers die je binnen jouw eigen regio of praktijk herkent? Zo niet, welke doelgroepen en aandoeningen behandel jij zoal? En welke zou je in de toekomst graag wat meer gaan behandelen? Het is goed om dit een keer per jaar voor jezelf op papier te zetten, zodat je daarop kunt sturen binnen je werk. Maak bijvoorbeeld alvast een plan voor 2023, waarin je bedenkt wie jouw ideale patiënt is en voor welke klachten ze bij je terechtkunnen. Zorg dat (potentiële) patiënten en het zorgnetwerk op de hoogte zijn van jouw kennis en kunde, dan maak je je doelen sneller waar.
Reacties (0)