Waar moet je op letten als je als fysiotherapeut de continuïteitsbijdrage aanvraagt?
NieuwsSinds 15 mei kunnen gecontracteerde fysiotherapeuten de continuïteitsbijdrage bij zorgverzekeraars aanvragen. Maar, welke aandachtspunten zijn er bij de aanvraag van de bijdrage?
Het KNGF geeft in ieder geval aan blij te zijn met de steun van Zorgverzekeraars Nederland, omdat op deze manier ‘de continuïteit van zorg behouden blijft’. De fysiotherapiepraktijken die door de coronamaatregelen van het RIVM in financiële nood zijn geraakt, hebben nu in ieder geval ondersteuning voor zo lang de coronamaatregelen de normale zorgvoorziening verstoren.
De continuïteitsbijdrage van Nederlandse Zorgverzekeraars in het kort
Door COVID-19 kampen veel fysiotherapeuten met omzetdaling. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) komt hen nu financieel tegemoet. Bij ZN horen ASR, Eno, Menzis, VGZ, CZ, DSW, OMW, Zorg en Zekerheid, ONVZ en Zilveren Kruis. Bij hen gecontracteerde fysiotherapeuten kunnen de continuïteitsbijdrage aanvragen voor het deel van hun omzet dat daalt door de coronacrisis – voor zorg die valt onder de basisverzekering of de aanvullende zorgverzekering. Basis hierbij vormt de normale omzet die de zorgverzekeraars zouden vergoeden. Van de omzetdaling wordt 86% vergoed (en 45% voor inhaalzorg).
Aandachtspunten bij het aanvragen van de continuïteitbijdrage
1. De overeenkomst kan ontbonden worden
In de voorwaarden bij de regeling staat duidelijk: ZN behoudt zich het recht voor om ook na uitbetaling van de voorlopige continuïteitsbijdrage de overeenkomst te ontbinden en het geld terug te vorderen. Wijzigingen in juridische structuur, personeelsbeleid en/of eventuele materiële controles kunnen de aanspraak beïnvloeden. Lees de voorwaarden daarom goed door.
2. Het kan zijn dat je (een deel van) de ontvangen bijdrage moet terugbetalen
Het gaat voor nu om een voorlopige bijdrage. In de tweede helft van 2020 wordt een tussentijdse verrekening uitgevoerd. Medio 2021 vindt de eindafrekening plaats en wordt de definitieve bijdrage vastgesteld.
3. Houd rekening met inhaalzorg en de inhaalcorrectie
Het KNGF waarschuwt voor de inhaalcorrectie. Inhaalzorg heeft een aangepast tarief van 45%. In de definitieve berekening wordt alle zorg die in de 6 maanden na afloop van de continuïteitsbijdrage boven de normomzet wordt geleverd, behandeld als inhaalzorg – en dus met 45%. KNGF: ‘Maak een goede afweging tussen het aangepaste tarief van 45% en de extra personeelskosten die je hiervoor mogelijk moet maken. Dit geldt met name voor zorgaanbieders bij wie de ‘normomzet’ – door bijvoorbeeld autonome groei – aan de lage kant is vastgesteld.’
4. Combinatie met rijksregelingen zoals NOW, TOGS en TOZO is mogelijk, maar laat een deskundige meerekenen
Maar dat kan alleen voor de omzetderving die resteert na het ontvangen van de continuïteitsbijdrage. Dat betekent dus dat je het totaalbedrag van de continuïteitsbijdrage meerekent in de schatting van omzetderving bij aanvraag van een overheidsregeling. De voorwaarden en daarmee de voordelen (of nadelen) van deze regelingen zijn niet altijd even helder. Een financieel deskundige kan zich hier voor jou in verdiepen en je adviseren: NOW, TOGS, TOZO of de Continuïteitsbijdrage of een combinatie?
5. Er zijn nog onduidelijkheden over deze regeling voor fysiotherapeuten
Hoe wordt bijvoorbeeld de hoogte van de indexatie van de normomzet bepaald? Wat is de correctie op basis van verzekerdenmutatie en de eventuele tariefcorrectie voor ongecontracteerde fysiotherapeuten? Wat hier vooral uit voortvloeit: zorg voor een financiële buffer voor het geval dat je toch geld moet terugbetalen.
Zo vraag je als fysiotherapeut de continuïteitsbijdrage aan
De continuïteitsbijdrage vraag je aan via het Zorginkoopportaal van VECOZO, op de AGB-code van de onderneming. Hiervoor is nodig: aansluiting bij VECOZO en een persoonlijk certificaat. Op de website van VECOZO staat meer informatie. Op de website van de Nederlandse zorgverzekeraars vind je antwoord op alle veelgestelde vragen over de continuiteitsbijdrage.
Reacties (0)