Argo Fysiotherapie: “Alles draait om context gebonden zorg”
KennisblogDrie jaar geleden openden Douwe van Klinken en Dedde de Vries de deuren van Argo Fysiotherapie. Hier helpen zij patiënten om zoveel mogelijk regie over hun lichaam en gezondheid te krijgen. Als je de ruimte binnenkomt, zou je niet zeggen dat de oprichting zo recent is. De praktijk heeft drie kamers, een uitgebreide inrichting en sinds kort zelfs twee nieuwe medewerkers. En aan ideeën geen gebrek! We spreken Douwe en Dedde over hun praktijkinrichting en hun visie op de branche.
Wat is jullie visie op de fysiotherapie?
“Als fysiotherapeuten zijn wij slechts een schakel in de zorgvraag van, in ons geval, ouderen. Die vraag is meestal breder dan een specifieke klacht. Iemand wil bijvoorbeeld, ook op hoge leeftijd, in het leven staan en dingen doen. En voor een ander, die ernstig ziek is, maakt een wandeling of diner al een wereld van verschil. Om dat verschil te kunnen maken, moet je de context van de patiënt in kaart brengen. Waar komt iemand vandaan en wat zijn of haar wensen en mogelijkheden? Vervolgens moet je van je fysio-eilandje afkomen en samenwerken met anderen. Dan hebben we het niet alleen over de neuroloog en verpleger, maar ook over het sociale domein en in sommige gevallen zelfs de buurman van de patiënt.”
De praktijk heeft een spreekkamer, krachtruimte en cardioruimte. Hoe hebben jullie deze ingericht en waarom?
“We hebben onder andere een roeimachine, enkele fietsen, een speciale hardloopband voor senioren en veel oefenmaterialen. Hierdoor kunnen we verschillende trainingsvormen aanbieden. Dat is belangrijk, want mensen met niet-aangeboren hersenletsel hebben andere trainingsprikkels nodig dan (top)sporters. Wat opvalt: we hebben geen krachtapparaten. In plaats daarvan geven we functionele training in combinatie met cardio en oefenmaterialen. En soms gebruiken we gewoon wat alledaagse voorwerpen. Zo kun je een legpress prima vervangen door paar keer opstaan uit een stoel. Die oefening ligt veel dichter bij de leefwereld van onze oudere patiënten, die vaak trainen voor de taken in en om het huis.”
Wat zijn volgens jullie de producten van de toekomst?
“Er komt meer technologie om klachten te signaleren. Er zijn al verpleeghuizen met een sensorvloer om iemands loopsnelheid te volgen. Ook oriënteren we ons op een virtuele trainingsomgeving. Dat maakt het mogelijk om op een veilige manier te experimenteren. In de verre toekomst zouden we iemands woonkamer zelfs kunnen nabootsen.”
Hoe ziet de rol van de fysiotherapeut er dan uit?
“Vijftig jaar geleden stonden de bekertjes sigaretten nog op tafel, nu is er meer kennis over voeding, beweging en gezondheid. Tegelijkertijd is er te veel, soms onjuiste informatie. De fysiotherapeut moet die informatie filteren en in de context van de patiënt zetten. Daarnaast geloven wij dat de fysiotherapeut een signalerende rol blijft houden. Altijd. Hij zal periodiek vragen hoe het gaat, aan de knoppen zitten en gegevens analyseren. En, wat ons betreft het allerbelangrijkste: de menselijke maat zijn. Want een machine zal nooit begrijpen wat jij hebt meegemaakt of hoe jij je voelt.”
Reacties (0)