Overstappen van een eenmanspraktijk naar een maatschap, wat komt daarbij kijken?
ColumnsBé Schmaal van Provitaal Fysiotherapie Meeden heeft onlangs zijn eenmanspraktijk omgezet naar een maatschap met twee andere fysiotherapeuten. Bé Schmaal vertelt ons wat zijn motivatie was voor deze overstap en hoe het proces is verlopen.
Na 28 jaar een eigen praktijk te hebben gehad, stap je over naar een maatschap. Wat was jouw motivatie?
“Wanneer je een praktijk voor jezelf hebt opgebouwd, dan wil je op een gegeven moment, vanwege je leeftijd en/of omdat je er over denkt te gaan stoppen, continuïteit voor het bedrijf. Ik wilde mijn praktijk niet verloren laten gaan, maar dat het blijft bestaan en in goede handen terecht komt. Bovendien werd de werkdruk alleen maar hoger door onder andere wet- en regelgeving, vooral vanuit de zorgverzekeraars. Ik moest vele ballen hooghouden en dat was voor mij een goede motivatie om over te stappen op een maatschap, dan weet je namelijk zeker dat de praktijk wordt voortgezet door betrouwbare mensen waarmee je hebt samengewerkt.”
Kun je ons vertellen hoe dat proces is verlopen, van praktijkhouder naar maatschap?
“Dat was best wel een proces, daar gaat ook heel wat tijd overheen. Ik was praktijkhouder met zeven collega’s, dan moet je kijken wie daar interesse in heeft, wie de intentie heeft om samen te werken en met hoeveel personen je dat zou willen doen. Vervolgens ga je kijken hoe je het gaat aanpakken. Uiteindelijk besloot ik met twee collega’s een maatschap te vormen. We hebben alle drie apart een adviseur in de arm genomen. Omdat ik de verkopende partij was, is het voorstel geformuleerd door mijn adviseur, het contractuele voorstel, maar ook de financiële voorwaarden en de afwikkeling. Dat is vervolgens naar hun adviseur gestuurd en daar hebben ze een aantal gesprekken over gehad. Het proces is gelijkmatig en prettig verlopen en dat heeft uiteindelijk geleid tot een maatschapsvorming.”
Waar liep je tegenaan in de overgang naar een maatschap?
“Je hebt diverse keuzes hoe je een praktijk overdraagt en hoe je de financiële afwikkeling doet. Je kunt dat doen via een geruisloze doorschuiving, waardoor je als verkopende praktijkhouder iets minder geld krijgt, maar niet met de fiscus afrekent. De kopende partij kan bij die methode niet afschrijven over de goodwill. Dat is een manier waarop je de financiële consequenties binnen de perken houdt. Je kunt ook het voormalige bedrijf afsluiten en helemaal opnieuw beginnen, maar er volgt dan wel de financiële afdracht naar de belasting toe.”
“Wat je ook goed moet bespreken, is de rolverdeling: wie krijgt welke rol binnen de maatschap? Vooraf moet besproken worden of iedereen het eens is met de voorgestelde rolverdeling. Dat betekent dat ik een inventarisatie heb gemaakt van mijn werkzaamheden, behalve mijn werkzaamheden in de behandelkamer en in de oefenzaal. Tot mijn grote schrik kwam ik tot drie kantjes aan beschreven neventaken. Deze wist ik te clusteren in twaalf rubrieken, die weer gemakkelijk onder te verdelen waren door drie personen. We hebben dus elk vier van de rubrieken op ons genomen.”
Nu je eenmaal deel uitmaakt van een maatschap, wat zijn de verschillen voor jou?
“We hebben de verdeling gemaakt van die twaalf rubrieken aan neventaken. Dat betekent onder andere dat één van ons zich bezig met de financiële zaken, de ander met de contracten met de zorgverzekeraars. Ze moesten zich ook eerst inlezen en kennis opdoen, maar daar kon ik als ex-praktijkhouder mee helpen. Het was natuurlijk ook mijn taak om die informatiestroom te gaan verdelen. Het grootste verschil is dat ik nog steeds medeverantwoordelijk ben, maar dat ik niet meer voor alles het eerste aanspreekpunt ben. Tot voor de maatschap werd ik aangesproken voor alles, van een loszittend deurplaatje, tot aan een zorgverzekeraarscontract. Als praktijkhouder was ik overal verantwoordelijk voor, nu dragen we met zijn drieën die verantwoordelijkheid. Als er gezamenlijk iets besproken moet worden, doen we dat in het wekelijks maatschapsoverleg en als de noodzaak daar toe is, komen we een avond bij elkaar en nemen we de nodige besluiten. Dat gaat boven verwachting heel goed. Ik kan heel goed loslaten. En het loslaten geeft mij extra vrije tijd en minder kopzorgen.”
Hoe verloopt de samenwerking met de andere ‘maten’?
“Het gaat dus buitengewoon goed. Boven verwachting durf ik eerdere verantwoordelijkheden los te laten. Uiteraard is het aanpassen, want iedereen heeft zijn eigen stijl. Ik ben ook wel geneigd om af en toe te zeggen: “Zou je dit niet beter..?” Maar uiteindelijk probeer ik het wel in het midden te laten en diplomatiek te reageren. Mijn maten pikken het goed op en ook binnen de praktijk naar andere collega’s toe die nog in loondienst zijn, is de maatschap heel soepel aanvaard.”
Zou je andere praktijkhouders aanraden over te gaan op een maatschap?
“Een gewetensvraag, haha. Als het zo gaat, zoals het bij mij ging, dan vind ik het aan te raden. Op mijn slaapuren na, was ik alleen maar bezig met mijn praktijk en voor de rest had ik geen tijd meer voor andere zaken. Ja, dan dreig je te verzuipen in alles wat elke dag op je bord komt. Ik durfde ook niet zo goed andere mensen in te huren om die taken uit handen te geven en dan voelt het beter om betrokkenheid te creëren door collega’s in te laten kopen in de vorm van een maatschap. Binnen een maatschap kun je taken verdelen en die taken worden dan uitgevoerd vanuit de drive van het mede-ondernemerschap, dat vind ik wel een prettige gedachte. Mensen zitten er dan niet voor een uurtje-factuurtje, maar laten hun eigen belang binnen de praktijk meespelen. Dus ik zou een maatschaap zeker aanraden als je boven de zestig bent en je minder werkzaamheden wilt. Daar komen wel een aantal consequenties bij kijken, dat zal ik er ook meteen bij zeggen. Toen ik dit voorlegde aan mijn account, zei hij: “Bé, je bent hartstikke gek!” Hij legde uit dat ik een bepaalde som geld kreeg en als accountant vond hij dat maar een schijntje. De rest van de tijd lever ik vervolgens in op het winstaandeel. Wat eerst altijd voor mij was, als praktijkhouder, moet ik nu met de maatschapsleden delen. In mijn geval is dat over de jaren dat ik daar nog moet werken tot aan mijn pensioen, en dat gaat mij geld kosten. Maar als weerwoord zei ik toen tegen mijn account: “Daar koop ik wel een heel stuk vrijheid mee!” Ik had ook mensen kunnen inhuren, maar voor mij werkt het prettiger als iemand met diezelfde ondernemers-drive die werkzaamheden verricht, en dan is een maatschap een uitkomst.”
Als een zorgverlener twijfelt over te stappen naar een maatschap, wat zou je hem/haar dan aanraden?
“Ik heb mij laten begeleiden en voor laten lichten door een specialist van MKB Adviseurs, maar dat kan natuurlijk ook door iemand van bijvoorbeeld de VVAA zijn. Ik zou me gewoon tijdens een workshop of presentatie goed laten voorlichten over welke aspecten een rol spelen bij het overgaan van een eenmanspraktijk naar een maatschappij, of welke vorm dan ook. Er zitten altijd haken en ogen aan en een adviseur is op de hoogte van de berekeningsmethode, waar je recht op hebt, goodwill, et cetera. Ook helpt een adviseur bij het maken van keuzes die belastingtechnisch vriendelijk zijn. Je hebt zeker hulp nodig bij het uitzoeken, dat kun je niet alleen.”
Reacties (0)